maandag 23 april 2012

Zeldsamen

We gingen uit eten als gezin. Vader, moeder, zoon, dochter. Kan het nog meer standaard? Ik was dus de dochter (dat ben ik nog steeds). Nu komt het tegenwoordig zelden meer voor dat we met z’n vieren in één auto zitten, maar hier volgt een verslag van hoe het gaat áls die sporadische momenten zich voordoen. De zoon (de broer, in zekere zin) gaat als eerste de auto in: achter het stuur. Ik ga als tweede de auto in, náást hem, en sla dan hard lachend het portier dicht omdat ik de zitplaatsbezetting van de auto op dat moment al grappig vind (ik ben soms wat voorbarig). De vader stapt als derde in en gaat achter zijn zoon zitten. Hij aanvaardt zijn lot. De moeder komt altijd als laatste van het huis naar de auto gelopen, want zij moet deuren sluiten en sloten checken. De plaats achter mij is dus voor haar. Zij laat niet blijken wat ze daarvan vindt. En dan gaan we rijden. De oprit van het ouderlijk huis af. Op weg naar een eetgelegenheid vanwege één of andere speciale reden (wisselend). Dit keer betrof het de aankomende verjaring van de vader (op de dag zelf zou het onmogelijk zijn om met het gezin bij elkaar te zijn). Dus we zitten in die auto te rijden. Ik ben de enige van het viertal zonder enig gevoel voor richting of route, dus ik bemoei me alleen met de zenderkeuze en het volume van de radio. Ik zing altijd mee, dwars door alle gesprekken heen, terwijl ik wel luister wat zij elkaar te melden hebben. Ik kan het liedje ieder willekeurig moment onderbreken om me in het gesprek te mengen wanneer ik denk dat dit nodig is. Als het stil is, werp ik een belachelijke vraag op waar ik dan een serieus antwoord op wil. De gezinsleden zijn hier inmiddels aan gewend, alleen de broer kan er niet mee omgaan. "Echt, doe normaal, als jij hier bent, duurt het altijd maar minuten, nee seconden, voor ik me aan jou erger. En dat láchje." Daarop tracht hij mijn lach na te doen, uiteraard behoorlijk overdreven, maar de vader en de moeder belonen hem altijd door dit grappig te vinden. Persoonlijk denk ik dat dit meer om zijn agressieve reactietalent is dan om de gelijkenis met mijn lach. Ik kaats altijd wat terug tot ik het gevoel heb dat ik mezelf voldoende verdedigd heb. Dan laat ik hem doorblaten tot hij er zelf moe van wordt en stopt. De broer is nogal aanwezig en langdradig. De rest is moeilijk te typeren, maar we blijven natuurlijk familie. Al te vrijuit kun je in een blog als dit niet spreken, dat snapt iedere lezer van een vredelievend mens. De vader en de moeder bediscussiëren op de achterbank welke route de zoon het beste kan nemen. Ik laat dit totaal langs me heen gaan.

Ik ben benieuwd wanneer we weer eens gaan. En waarom.
Zeldzamer worden de momenten.

zaterdag 7 april 2012

De chute

Het was als een gedicht waarvan de wending in de laatste strofe kwam. Alles perfect, van vorm tot inhoud, tot de laatste regels het verpesten moesten. Alles daarvoor werd weggevaagd, het verlangen des te groter. Het verlangen naar dat begin, dat veelbelovende begin, dat doorzet tot het einde. Het gevoel van eenheid. Dat einde waarbij het goed was. En ging zoals het ging.
Maar het ging niet. Op het moment dat ze de wending voelde komen, klapte ze dicht. Ze had geen zin. Ze kon het niet. Het mocht niet verder gaan, maar dan was het al te laat, natuurlijk. Veel te laat. Of die wending er dan kwám of niet, dat maakte niet eens uit. Het zat in haar hoofd. De regels. Het stramien. De wijze waarop het ging. Het had zich vastgebeten in haar schedel en vrat vanbinnen alles aan. Het was dat stemmetje dat niet bestond en waarvan ze wist dat het onzin sprak. Het was dat stemmetje dat ze zelf geplaatst had, eens, omdat het moest. En nu nam het over. Het knaagde en het vrat. Dat het háár aanvrat, daar kon ze nog mee leven, she had her ways, maar dat het de omgeving meenam. Háár omgeving. Wie het dichtst bij haar stond, wie haar het meest lief was. Dát kon ze niet verkroppen. Dat was haar spiegel en de confrontatie was de pijn. Het was te zien. Het was te zien dat de regels stopten voor de laatste strofe. Haperden. En als ze kwamen, de zinnen van het eind, dan werden ze niet door haar geschreven. Dan was ze weg. Onvindbaar weggekropen. Gescheiden van haar pen.