Leven en dood, slechts gescheiden door een paar traptreden of een druk op de knop in de lift. Ogen die zich naar binnen keren om herinneringen voorbij te laten flitsen en ogen die voor het eerst het felle levenslicht aanschouwen.
Op de gangen alles daartussenin: wachtende mensen, flarden van gesprekken op gedempte toon, de geur van het niet te plaatsen niets, bloemen of koffie, een zenuwachtige lach, een traan, het ‘pingen’ van de lift, sloffende voetstappen. En dan plots het geluid van de karretjes waarachter de verpleegsters lopen in hun parallelle wereld, dwars door alles heen. Witte kledij die hen verraadt, de karretjes volgestouwd met lakens, eten of medicijnen. Terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten