Ze zag steeds meer terug. Ze zag zichzelf in het gras. Huppelend op blote voeten. Huppelend was niet haar woord, maar zo zou hij het noemen, en ze zag zichzelf graag zoals hij haar zag. Zo voelde ze zich. Zelf zou ze er gewoon zijn, daar in dat gras. Ze zou zich aanwezig voelen, en gezien. Mooi. Ze voelde het zomerjurkje om haar heen fladderen, bij elke beweging die ze maakte. En het was alsof elke beweging werd vastgelegd in slowmotion. Ze kon ver kijken. Het groen was ver en daarachter kwam het blauw. Blauw van het water en de lucht. De rand. De rand waar de wereld overging in verder en vrijheid. In méér. En omdat het zo dichtbij thuis voelde, was het vrij. Het zachte briesje deed de bladeren aan de bomen rondom opwaaien. Ze luisterde naar het geluid en ademde in. Het leven. Ze keek opzij, naar hem. Hij keek naar haar en lachte. Ze lachte terug, stond op, en huppelde een eindje. Bij de waterrand ging ze zitten. Even maar, want de rust was niet van die aard. De rust was van een allesoverheersende soort waarbij je wilde springen en dansen en in het rond gezwaaid worden. Waarbij je iemand wilde fijnknijpen van geluk. Hem. En waarbij je je dan verontschuldigde en het niet uitmaakte. De rust waarin alles goed was, precies zoals het was, ook al was het niet perfect. Dááruit bestond de perfectie. Het was alsof ze er altijd was geweest. En ook al was dat niet zo, ze zou er wel altijd zijn. Het kwam steeds dichterbij, sterker en sterker. De rand.
...
Het lezen van dit blog geeft me het ultieme lentegevoel!
BeantwoordenVerwijderenElke keer weer meeslepend mysterieus. Wat mij betreft slaat de titel ook op hoe jij dit hier hebt neergezet. Vet compliment!
BeantwoordenVerwijderen